Om het jaar af te sluiten ben ik hier nog met een knaller van dessert. Of eet jij het binnenkort liever als vieruurtje? Met dit receptje maak jij de perfecte Berlijnse bol. En zelfs de banketbakkersroom voor er tussen is echt eenvoudig. Ga jij het proberen?
Wat heb je nodig voor 15 bollen?
-500 gram bloem
-25 gr verse gist
-40 gr suiker
-40 gr boter
-5 gr zout
-1 ei
-225 ml water
-afwerking: bloemsuiker
BANKETBAKKERSROOM
-130 gram kristalsuiker
-32 gram vanillesuiker
-6 eierdooiers
-70 gram bloem
-700 ml volle melk
Hoe maak je het?
Doe de bloem in een grote kom. Los de gist op in 50 ml lauw water (neem dit van de totale hoeveelheid water van het recept). Het water mag niet warmer zijn dan lichaamstemperatuur. In heet water verbrandt de gist en zal hij zijn functie van 'rijzen' niet meer kunnen vervullen.
Maak een kuiltje in de bloem, doe er het ei, de opgeloste gist en de rest van het water bij. Strooi het zout op de randen van de bloem. Het zout mag niet in contact komen met de gist, want zout breekt de werking van gist af.
Schik de zachte boter op de randen van de bloem en voeg ook de suiker toe. Meng nu alles met de hand en kneed het geheel tot een homogene massa. Kneed zolang tot het niet meer aan je handen blijft kleven. Dit is zeer belangrijk. Vanaf nu heeft het zetmeel van de bloem al de rest opgenomen. Je mag af en toe een beetje bloem toevoegen, maar zeker niet te veel, want zo verander je de hoeveelheden in het recept.
Doe het deeg in een kom en trek er plasticfolie over. Laat het 20 à 25 minuten rijzen in een oven aan 35 à 40°C.
Maak ondertussen ook de banketbakkersroom. Meng suiker, vanillesuiker en de eidooiers in een kom door elkaar. Voeg ook de bloem toe en roer door tot die helemaal is opgenomen.
In een pannetje verhit je de melk, zodra het begint te koken draai je het vuur uit. Voeg een beetje melk toe aan het eimengsel en roer door tot de melk helemaal is opgenomen. Voeg de rest van de melk dan ook in delen toe en roer tot het een egaal mengsel is.
Giet het mengsel terug in de pan en zet het vuur weer aan. Breng aan de kook terwijl je blijft roeren, neem ook de bodem van de pan goed mee. De room is goed als het de dikte van pudding heeft.
Giet de room in een koude schaal en dek deze af met folie. Druk de folie aan op de room, zo voorkom je dat er een velletje vormt op de banketbakkersroom. Laat even afkoelen en zet dan in de koelkast om helemaal af te koelen. De room dikt dan ook nog verder in.
Na het rijzen verdeel je het deeg in drieën, maak er lange worsten van en snijd vijf gelijke stukken uit elke worst.
Bol ieder stukje mooi op. Doe dit zorgvuldig, zodat je mooie ronde bollen krijgt. Schik de bolletjes op een bebloemde plaat of op bakpapier. Als ze nog kleven wanneer je ze oppakt, dan zul je de bollen stuktrekken en krijg je nooit een luchtige Berlijnse bol.
Laat ze opnieuw rijzen tot ze de juiste grootte hebben. Leg er een droge handdoek over. Als je er een natte handdoek of plasticfolie over zou leggen, kleeft dat aan de bollen.
Bak de bollen per vier in nieuw frituurvet aan 180°C. Bak ze 4 minuten aan één kant en 4 minuten aan de andere kant. Draai elke minuut om. Leg er nooit meer dan vier in je mandje. Te veel bollen gaan in het frituurvet aan elkaar kleven.
Haal de bollen uit het vet en schik ze op een vel keukenpapier om het overtollige vet op te slorpen. Laat ze voldoende afkoelen en snijd ze in tweeën. Beleg de bollen met banketbakkersroom.
Bestrooi de Berlijnse bollen met veel bloemsuiker.
Xoxo Shana
Comments